Stel je bent in goede doen en we schrijven het voorjaar van het jaar 1900. Waar wil je dan tot rust komen van alle beslommeringen die een welgesteld burger belagen? Inderdaad Nice. Geen verdere hints meer nodig. Het affiche dat ons moet verleiden de koffers te pakken en vanuit Parijs de trein te nemen naar de Côte d’Azur bedient zich van een aantal ingrediënten die het verlangen naar de eerste Mediterrane zonnestralen in ons wakker maken.
Affiche Nice, Hugo d'Alesi, 1990
Vanuit een parkachtige locatie aan de kustlijn, omkaderd door balustrades, mogen wij ons verplaatsen in het ontspannen plezier dat de dame op de voorgrond kennelijk geniet. Omringd door bloeiende bougainville heeft zij uitzicht op de Middellandse zee. Wij als beschouwer kijken niet met haar mee maar langs haar heen. Ons oog wordt getrokken naar twee wandelende dames, waarvan een de gulle zonnestralen afschermt met een parasol. Verder is er een groep palmen die, niet toevallig, de kustlijn van Nice omkaderen als een zich in de verte aankondigende verlokking.
Ziehier de ingrediënten voor dit type affiche. Ik duid met nadruk op een type omdat op dit picturale principe in latere jaren vrolijk wordt voortgeborduurd. Laten we de voorbeelden er maar eens bijhalen.
Ziehier de ingrediënten voor dit type affiche. Ik duid met nadruk op een type omdat op dit picturale principe in latere jaren vrolijk wordt voortgeborduurd. Laten we de voorbeelden er maar eens bijhalen.
Daar waar ons eerste affiche getuigt van trouw aan het naturalisme zien we in het tweede voorbeeld enige stilering optreden. Het affiche ademt de sfeer van de jaren twintig van de vorige eeuw. In tegenstelling tot de vorige prent is het inmiddels zomer. Het zonlicht is warmer, de lucht azuurblauw.
We treffen weer een dame op de voorgrond, nu duidelijk luchtiger gekleed en in een genotvolle pose. De locatie zou zomaar dezelfde tuin kunnen zijn gezien de balustrade waarop zij heeft plaatsgenomen. De zomer brengt duidelijk meer vertier. We kijken uit op een meer gedetailleerd vormgegeven Promenade des Anglais die gevuld is met verzorgd geklede wandelaars en niet bepaald armoedige voitures. Het witte toilet van de ‘reclining lady’ wordt visueel voortgezet in de witblonke gevels van de aan de promenade gesitueerde hotels en appartementen. Zo ontstaat een kijklijn die het het oog naar de horizon trekt en doet verlangen.
Dit verlangen wordt coloristisch ondersteund door een overwegend warm kleurgebruik.
We treffen weer een dame op de voorgrond, nu duidelijk luchtiger gekleed en in een genotvolle pose. De locatie zou zomaar dezelfde tuin kunnen zijn gezien de balustrade waarop zij heeft plaatsgenomen. De zomer brengt duidelijk meer vertier. We kijken uit op een meer gedetailleerd vormgegeven Promenade des Anglais die gevuld is met verzorgd geklede wandelaars en niet bepaald armoedige voitures. Het witte toilet van de ‘reclining lady’ wordt visueel voortgezet in de witblonke gevels van de aan de promenade gesitueerde hotels en appartementen. Zo ontstaat een kijklijn die het het oog naar de horizon trekt en doet verlangen.
Dit verlangen wordt coloristisch ondersteund door een overwegend warm kleurgebruik.
Dat brengt ons bij het derde exemplaar dat qua datering het tweede affiche niet ver zal ontlopen. Je zou op het eerste gezicht denken dat dit Nice-affiche onderdeel is van een eerder ingezette trend. Kennelijk is er aan de Promenade des Anglais een ideale locatie om vanuit een niet minder ideale kijkhoek de strandboulevard en alles wat daaraan grenst in beeld te brengen
Nadere beschouwing leert echter dat hier sprake is van ‘un vol d’idées’. Uit het vorige affiche zijn schaamteloos voorstellingselementen opnieuw toegepast: de balustrade en het erbij horende perspectief, de bougainville op de voorgrond ( hoewel de bloemen handig vervangen werden door citroenen), de palm links die een bescheiden repoussoir verzorgt, de twee wandelaars op de voorgrond ( op exact dezelfde wijze overlapt door de balustrade en let op het gesticuleren van de man) en tot slot de open convertible op de voorgrond. Er worden ook grote verschillen bereikt. Algemeen laat het affiche invloeden van de Art Deco zien. Dat komt sterk tot uitdrukking in de wijze waarop het paar op de voorgrond is verbeeld en in het bijzonder de vrouw. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd door de geposteriseerde uitvoering in egale kleurvlakken met een nadrukkelijk bont resultaat. Tenslotte verwijst ook de typografie naar deze stijlfiguur uit de roaring twenties, voorzover je daarvan in Frankrijk zou kunnen spreken.
Deze drie affiches overziend kun je de conclusie trekken dat er in de verbeelding van de Franse vakantiebestemming sprake is geweest van een traditie. Wie op zoek gaat naar vergelijkbaar materiaal met betrekking tot andere Franse vakantiebestemmingen (kust, kuuroord, ski-oord ) kan als tesultante overeenkomstige analyses realiseren.
Dat brengt mij bij het volgende beeldcitaat. Het ontwerpbureau Studio Vonq ontwierp de hierna volgende illustratie. Deze toont aan dat de betreffende illustrator zich heeft laten inspireren door de hiervoor besproken affiches en meer specifiek de laatste twee. Let op de gekozen beeldhoek, de plaats van de voorgrondpersoon, plaats en rol van palmboom en de agave en de voorbijgangers op de voorgrond.
Verder zorgen de gekozen kleuren en de verbeelding van een boulevard bij een grote badplaats ervoor dat de argeloze beschouwer een aangename vakantietinteling ondergaat. Er zijn echter enkele beeldelementen die atypisch zijn voor wat een op het eerste gezicht een toeristisch affiche lijkt.
De naam van de vakantiebestemming ontbreekt. Maar wie in zijn visuele geheugen graaft komt toch al gauw bij Nice uit.
Verder wordt het beeld niet gedomineerd door een vrouwenfuguur maar door een man die met opgerolde overhemdsmouwen verdiept is in een krant. En in dit ‘affiche’ geen glanzende cabrio’s, maar een witte truc met oplegger die slinks het beeldvlak komt ingereden. Wat is hier aan de hand? De illustrator weet met een traditioneel ‘vocabulaire’ een beeld op te roepen dat, ondanks de vredige uitstraling, unheimisch aandoet en uiteindelijk pijnlijk duidelijk maakt dat hier sprake is van de verhulde verbeelding van een afschuwelijk drama dat 14 juli 2016 plaaatsvond op de Promenade des Anglais. Niet onder een stalende zon maar in de door duizenden feestelijk twinkelende lichtjes verlichte avond van de Franse nationale feestdag. De witte vrachtwagen zie je op bijgaande foto en het gruwelijke verhaal is al tallloze maken verteld. Deze illustratie is in zijn picturale onschuld een bijzonder knappe bijna onderkoelde verbeelding van een immens menselijk drama. Over de kracht van het beeld gesproken.
Verder zorgen de gekozen kleuren en de verbeelding van een boulevard bij een grote badplaats ervoor dat de argeloze beschouwer een aangename vakantietinteling ondergaat. Er zijn echter enkele beeldelementen die atypisch zijn voor wat een op het eerste gezicht een toeristisch affiche lijkt.
De naam van de vakantiebestemming ontbreekt. Maar wie in zijn visuele geheugen graaft komt toch al gauw bij Nice uit.
Verder wordt het beeld niet gedomineerd door een vrouwenfuguur maar door een man die met opgerolde overhemdsmouwen verdiept is in een krant. En in dit ‘affiche’ geen glanzende cabrio’s, maar een witte truc met oplegger die slinks het beeldvlak komt ingereden. Wat is hier aan de hand? De illustrator weet met een traditioneel ‘vocabulaire’ een beeld op te roepen dat, ondanks de vredige uitstraling, unheimisch aandoet en uiteindelijk pijnlijk duidelijk maakt dat hier sprake is van de verhulde verbeelding van een afschuwelijk drama dat 14 juli 2016 plaaatsvond op de Promenade des Anglais. Niet onder een stalende zon maar in de door duizenden feestelijk twinkelende lichtjes verlichte avond van de Franse nationale feestdag. De witte vrachtwagen zie je op bijgaande foto en het gruwelijke verhaal is al tallloze maken verteld. Deze illustratie is in zijn picturale onschuld een bijzonder knappe bijna onderkoelde verbeelding van een immens menselijk drama. Over de kracht van het beeld gesproken.
Vincent van Woerkom