Onlangs viel mijn oog op onderstaand schilderij van Akseli Gallen-Kallela. Ik had het nog nooit gezien, laat staan dat ik de schilder tot mijn kennisenkring kon rekenen. De sfeer die het doek uitstraalt riep bij mij het beeld op van de serene natuur die je kunt aantreffen in Zweden of Finland. Er gaat in ieder geval iets ijzige van uit.
En na enig geGoogle bleek hier inderdaad een Fins schilder aan het werk te zijn geweest.
En na enig geGoogle bleek hier inderdaad een Fins schilder aan het werk te zijn geweest.
Akseli Gallen-Kallela (1865-1931) Het Keitelemeer, 1905
Olieverf op linnen, 53 x 66 cm National Gallery, Londen
Olieverf op linnen, 53 x 66 cm National Gallery, Londen
Wat trof mij in dit schilderij? Dat laat zich vangen in de aard van de observatie die hier heeft plaatsgehad.
Zittend aan de rand van een meer wordt de beschouwer, schilder dan wel argeloze toeschouwer, getroffen door aan de ene kant de rust die uitgestraald wordt door het watervlak begrensd door het gebergte in de verte. Het beboste eiland is ons van dienst bij het inschatten van de diepte die hier is gerepresenteerd.
Maar anderzijds is in dit schilderij ook beweging verbeeld. Het water rimpelt in een lichte golfslag.
Die rimpeling vindt min of meer haar spiegelbeeld in de dansende wolken waarmee het schilderij aan de bovenzijde afsluit. Verder draagt ook de weerspiegeling van het landschap bij aan het beweeglijke karakter.
Wat ik echter het spannendste element vind in deze voorstelling zijn de nagenoeg monochrome banen die het wateroppervlak doorsnijden.
Wie wel eens omhuld door een licht bries aan een dergelijk wateroppervlak heeft gestaan, weet dat een plotselinge windvlaag de textuur van het wateroppervlak op de plaatsen waar het wordt aangeraakt drastisch verandert. Dat is wat we hier zien, Zo bevat de verstilling van deze voorstelling een evidente verwijzing naar beweging in het landschap.
De schilder die dit verschijnsel waarneemt en wil vastleggen moet in mijn ogen een beeldende vertaalslag maken. Ik heb de indruk dat deze vertaling van wat reëel is waargenomen appelleert aan het vermogen tot abstraheren,
Zittend aan de rand van een meer wordt de beschouwer, schilder dan wel argeloze toeschouwer, getroffen door aan de ene kant de rust die uitgestraald wordt door het watervlak begrensd door het gebergte in de verte. Het beboste eiland is ons van dienst bij het inschatten van de diepte die hier is gerepresenteerd.
Maar anderzijds is in dit schilderij ook beweging verbeeld. Het water rimpelt in een lichte golfslag.
Die rimpeling vindt min of meer haar spiegelbeeld in de dansende wolken waarmee het schilderij aan de bovenzijde afsluit. Verder draagt ook de weerspiegeling van het landschap bij aan het beweeglijke karakter.
Wat ik echter het spannendste element vind in deze voorstelling zijn de nagenoeg monochrome banen die het wateroppervlak doorsnijden.
Wie wel eens omhuld door een licht bries aan een dergelijk wateroppervlak heeft gestaan, weet dat een plotselinge windvlaag de textuur van het wateroppervlak op de plaatsen waar het wordt aangeraakt drastisch verandert. Dat is wat we hier zien, Zo bevat de verstilling van deze voorstelling een evidente verwijzing naar beweging in het landschap.
De schilder die dit verschijnsel waarneemt en wil vastleggen moet in mijn ogen een beeldende vertaalslag maken. Ik heb de indruk dat deze vertaling van wat reëel is waargenomen appelleert aan het vermogen tot abstraheren,
Mondriaan, Zee na zonsondergang, 1909, olieverf op paneel, 63,5 x 76 cm, collectie Haags Gemeentemuseum
Vanuit deze gedachte is het niet onlogisch een verbinding te leggen met het werk van Piet Mondriaan. Startend vanuit een naturalistische benadering van het landschap kiest Mondriaan een route waarbij zijn verbeelding van het landschap en landschapselementen gaandeweg meer en meer abstracte elementen laat zien. Uiteindelijk zal dit bij hem uitmonden in de ultieme abstracte consequentie zoals die zichtbaar wordt in zijn werk 'Pier en Oceaan'.
Laten we beide bovenstaande werken eens met elkaar vergelijken.
Laten we beide bovenstaande werken eens met elkaar vergelijken.
Het werk van Gallen-Kallela is niet als abstract te categoriseren. Daarvoor beschikt het nog over teveel visuele aanknopingspunten. Desondanks heeft de schilder bij het vastleggen van dit landschap zichzelf toegestaan afstand te nemen van een al te slaafse registratie van de zichtbare werkelijkheid. Mondriaan is duidelijk al een paar stappen verder. Zijn zeegezicht wordt dat pas als we de titel van het schilderij kennen en gebruik maken van aanknopingspunten die in ons visuele geheugen zijn opgeslagen. Dan zien we strand, weerribben, zeeoppervlak, golfslag, horizon en wolkenlucht. Zonder de verbale betekenisgeving in de vorm van een titel is dit schilderij meer dan een landschap of zeegezicht. Mondriaan's werk is een exercitie in het analyseren van het landschap. Een analyse die in dienst staat van een vertaalslag naar kleur, vorm, ritme en uiteindelijk toch ook ruimte.
In beide schilderijen dwingt de maker de beschouwer kennis te nemen van de waargenomen afstand of diepte.
Gallen-Kallela bereikt dat door de verstoringen van het wateroppervlak door een windvlaag het beeldvlak schuin te laten doorsnijden op een wijze die het oog richting de horizon leidt.
Mondriaan past gebogen richtingen toe die het oog langs de weerrib de richting naar de verte wijzen.
Dit wordt ondersteund door de ritmisch geplaatste toetsen die de zandstrook lijken te verbeelden.
De vraag die zich opdringt is of het landschap de schilder de weg wijst naar een abstracte verbeelding.
Of anders gezegd: is het landschap bij uitstek een visueel gegeven dat het abstracte denken en handelen stimuleert en leidt?
In beide schilderijen dwingt de maker de beschouwer kennis te nemen van de waargenomen afstand of diepte.
Gallen-Kallela bereikt dat door de verstoringen van het wateroppervlak door een windvlaag het beeldvlak schuin te laten doorsnijden op een wijze die het oog richting de horizon leidt.
Mondriaan past gebogen richtingen toe die het oog langs de weerrib de richting naar de verte wijzen.
Dit wordt ondersteund door de ritmisch geplaatste toetsen die de zandstrook lijken te verbeelden.
De vraag die zich opdringt is of het landschap de schilder de weg wijst naar een abstracte verbeelding.
Of anders gezegd: is het landschap bij uitstek een visueel gegeven dat het abstracte denken en handelen stimuleert en leidt?
Felix Valloton, Soirée sur la Loire, 1923
Laten we hiervoor eens en sprong maken naar Felix Valloton (1865-1924). Een eerste oppervlakkige waarneming van bovenstaand landschap roept wellicht verwarring op. Wat oogt als realistisch - we zien bomen, struiken, water, bergen - bevat toch elementen die de beschouwer op het verkeerde been zetten. Oorzaak daarvoor zijn de toegepaste kleurstelling, de aanwezige contrasten de schematisering van vormen en de sluimerende vlakheid. Elk van deze elementen vindt zijn oorsprong in logische beeldende uitgangspunten. Kleurstelling en contrastwerking zijn ingegeven door de complementaire werking van licht en schaduw zoals we die ook toegepast zagen bij impressionisten als Claude Monet. Denk hier bijvoorbeeld aan zijn serie met hooioppers. De schematisering van vormen en het neigen naar een decoratieve vlakheid vinden hun oorsprong in Vallotions belangstelling en fascinatie voor Japanse prentkunst.
Gecombineerd leveren deze beeldende aspecten een werk op dat de weg lijkt te hebben geplaveid naar een meer abstracte opvatting van het landschap.
De wijze waarop het landschap zich aan Valloton toonde leidde in combinatie met de beeldende beslissingen die hij tijdens het vervaardigen van dit werk nam tot een voor die tijd ongewoon resultaat.
Gecombineerd leveren deze beeldende aspecten een werk op dat de weg lijkt te hebben geplaveid naar een meer abstracte opvatting van het landschap.
De wijze waarop het landschap zich aan Valloton toonde leidde in combinatie met de beeldende beslissingen die hij tijdens het vervaardigen van dit werk nam tot een voor die tijd ongewoon resultaat.
Robert Zandvliet, Zonder titel, 1998
Wanneer we het werk van valloten vergelijken met dat van de eigentijdse schilder Robert Zandvliet dringt een overeenkomst in benadering zich op. Zandvliet geeft zijn werk geen titel maar dat het hier om een werk gaat dat relaties heeft met een landschap lijkt evident. Daar waar in het werk van Valloton eerder sporen van schematisering en abstractie sluimerend aanwezig zijn wordt daarentegen in het werk van Zandvliet de abstractie gevierd. Het werk van Zandvliet is in die zin - ik durf het woord haast niet te gebruiken - een gelaagd werk. De argeloze toeschouwer zal waarschijnlijk van zijn beeldend reservoir een vertaling toepassen die landschapselementen benoemt en tot een logisch geheel combineert. Maar strikt genomen is dit werk van Zandvliet een naar abstractie neigende exercitie waarin vooral de sensibiliteit van de kunstenaar voor wat is waargenomen een vertaling vindt in vorm, kleur, ritme en compositie.
Al deze werken beschouwend lijkt de stelling dat het landschap ons gevoel voor abstrahering prikkelt en leidt verdedigbaar. Het succes daarvan is afhankelijk van de mate waarin de acterende kunstenaar in staat is zich los te maken van visuele informatie die hierin als storende factor kan optreden.
Verder is het opvallend dat in al de hier besproken werken wateroppervlakken en daaraan gerelateerde effecten een sleutelrol lijken te vervullen.
© Vincent van Woerkom
Al deze werken beschouwend lijkt de stelling dat het landschap ons gevoel voor abstrahering prikkelt en leidt verdedigbaar. Het succes daarvan is afhankelijk van de mate waarin de acterende kunstenaar in staat is zich los te maken van visuele informatie die hierin als storende factor kan optreden.
Verder is het opvallend dat in al de hier besproken werken wateroppervlakken en daaraan gerelateerde effecten een sleutelrol lijken te vervullen.
© Vincent van Woerkom