In de Volkskrant van 21 januari wordt de vraag gesteld of het vonnis met betrekking tot het vermeende plagiaat door de Belgische schilder Luc Tuymans juist is. In de opgetekende commentaren viel mij de uitlating van Frank Demaegd op. Hij vertegenwoordigt de Antwerpse galerie Zeno X tot wiens 'stal' Luc Tuymans behoort.
Demaegd vindt het vonnis waarin Tuymans schuldig is bevonden aan plagiaat van een foto van Katrijn van Giel belachelijk. "Als je het oeuvre van Tuymans kent, weet en zie je dat dit een parodie is, omdat hij altijd met politieke thema's werkt." En even verder: "Het gaat om een journalistieke foto die op internet staat, het is geen artistieke foto."
Met deze laatste opmerking doet Demaegd zichzelf, en in mijn ogen ook Tuymans, de das om. Hij haalt twee kenmerken van de foto van Van Giel aan. Hiervan is één een feit: de foto kan gevonden worden op internet.
Het tweede deel van de opmerking is een waardeoordeel waarmee Demaegd van Giels kunstzinnigheid degradeert en het artistiek niveau van Tuymans tracht te bestendigen: de foto van Van Giel dient slechts een functioneel doel, namelijk journalistiek. En is daarmee niet artistiek. Deze laatste opmerking stelt vragen bij het kunstzinnig beoordelingsvermogen van Demaegd of wekt in ieder geval de indruk van opportunistische belangenverstrengeling. Laat ik daarom nog eens kijken naar de foto die van Giel maakte van de Belgische politicus Jean-Marie Dedecker.
Demaegd vindt het vonnis waarin Tuymans schuldig is bevonden aan plagiaat van een foto van Katrijn van Giel belachelijk. "Als je het oeuvre van Tuymans kent, weet en zie je dat dit een parodie is, omdat hij altijd met politieke thema's werkt." En even verder: "Het gaat om een journalistieke foto die op internet staat, het is geen artistieke foto."
Met deze laatste opmerking doet Demaegd zichzelf, en in mijn ogen ook Tuymans, de das om. Hij haalt twee kenmerken van de foto van Van Giel aan. Hiervan is één een feit: de foto kan gevonden worden op internet.
Het tweede deel van de opmerking is een waardeoordeel waarmee Demaegd van Giels kunstzinnigheid degradeert en het artistiek niveau van Tuymans tracht te bestendigen: de foto van Van Giel dient slechts een functioneel doel, namelijk journalistiek. En is daarmee niet artistiek. Deze laatste opmerking stelt vragen bij het kunstzinnig beoordelingsvermogen van Demaegd of wekt in ieder geval de indruk van opportunistische belangenverstrengeling. Laat ik daarom nog eens kijken naar de foto die van Giel maakte van de Belgische politicus Jean-Marie Dedecker.
Jean-Marie Dedecker, Katrijn van Giel, 2010 Jean-Marie Dedecker, 2010
De foto rechts is een gewone persfoto (niet van Katrijn van Giel) zoals die gepubliceerd werd op vandaag.be.
Wanneer je deze foto vergelijkt met die van Van Giel dan is in een oogopslag duidelijk dat zij voor haar foto van de politicus een paar opmerkelijke keuzes heeft gemaakt. De foto lijkt in een studio genomen, getuige de weerkaatsing van de hoge lichten en de egaal zwarte achtergrond. Van Giel nam voor het vervaardigen van dit portret een aantal beeldende beslissingen: het hoge standpunt, de felle belichting, de voor een portret zeer ongebruikelijke afsnijding en het isoleren van het hoofd tegen een egaal zwart fond. Tel hierbij op dat noch Dedecker noch van Giel het kennelijk nodig vond om de hoofdhuid te matteren en het feit dat Dedecker zijn ogen dicht heeft.
Al deze zaken onttrekken deze foto aan het terrein van de obligaat vormgegeven portretfoto en maken duidelijk dat hier persoonlijke en zo je wilt, artistieke keuzes zijn gemaakt. Dat dringt zich des te sterker op als je het overige werk van Van Giel bekijkt. Ik ben nergens in haar werk met betrekking tot de afbeelding van personen een dergelijk bijzonder standpunt tegengekomen.
Over de in mijn ogen neerbuigende opmerking van Demaegd met betrekking tot de ontbrekende artisticiteit hoef ik het mijns inziens dan ook niet te hebben en het simpele feit dat een op het internet gepubliceerde afbeelding zomaar 'voor het grijpen' ligt ten faveure van welk doel dan ook is een gotspe.
Ik wil hier eigenlijk niet uitgebreid ingaan op het al dan niet plagiëren van de foto door Tuymans. Als je het schilderij van Tuymans bekijkt dan valt mij vooral iets anders op.
Wanneer je deze foto vergelijkt met die van Van Giel dan is in een oogopslag duidelijk dat zij voor haar foto van de politicus een paar opmerkelijke keuzes heeft gemaakt. De foto lijkt in een studio genomen, getuige de weerkaatsing van de hoge lichten en de egaal zwarte achtergrond. Van Giel nam voor het vervaardigen van dit portret een aantal beeldende beslissingen: het hoge standpunt, de felle belichting, de voor een portret zeer ongebruikelijke afsnijding en het isoleren van het hoofd tegen een egaal zwart fond. Tel hierbij op dat noch Dedecker noch van Giel het kennelijk nodig vond om de hoofdhuid te matteren en het feit dat Dedecker zijn ogen dicht heeft.
Al deze zaken onttrekken deze foto aan het terrein van de obligaat vormgegeven portretfoto en maken duidelijk dat hier persoonlijke en zo je wilt, artistieke keuzes zijn gemaakt. Dat dringt zich des te sterker op als je het overige werk van Van Giel bekijkt. Ik ben nergens in haar werk met betrekking tot de afbeelding van personen een dergelijk bijzonder standpunt tegengekomen.
Over de in mijn ogen neerbuigende opmerking van Demaegd met betrekking tot de ontbrekende artisticiteit hoef ik het mijns inziens dan ook niet te hebben en het simpele feit dat een op het internet gepubliceerde afbeelding zomaar 'voor het grijpen' ligt ten faveure van welk doel dan ook is een gotspe.
Ik wil hier eigenlijk niet uitgebreid ingaan op het al dan niet plagiëren van de foto door Tuymans. Als je het schilderij van Tuymans bekijkt dan valt mij vooral iets anders op.
A Belgian politician, Luc Tuymans, 2011
Dat een kunstenaar een foto als uitgangspunt neemt voor een werk in welk materiaal dan ook is een daad die, afhankelijk van de oorspronkelijkheid van de keuze, ter discussie kan staan of is te billijken. Dat Tuymans min of meer letterlijk de foto van Van Giel naschildert is één ding. Maar wat hij vooral doet is het zich toeëigenen van de beeldende keuzes die al eerder, volstrekt authentiek, door van Giel zijn gemaakt. Juist door het zich toeëigenen van de voor deze foto typische beeldtaal van de fotografe verzwakt Tuymans zijn eigen positie als zelfstandig denkend en handelend beeldend kunstenaar. Alle argumenten als de keuze voor een ander materiaal (verf), een afwijkende kleurstelling, en groter formaat, een zichtbare faktuur en , God bewaar me, de ironisch bedoelde boodschap ten spijt.
In relatie hiermee is het wellicht zinnig het licht te werpen op een werk van de fotograaf Jeff Wall. Hij bewoog zich voor zijn werk 'A sudden gust of wind" precies in tegenovergestelde richting. Wall liet zich in 1993 voor deze geënsceneerde foto inspireren door het werk van de 19e eeuwse Japanse houtsnedekunstenaar Hokusai.
In relatie hiermee is het wellicht zinnig het licht te werpen op een werk van de fotograaf Jeff Wall. Hij bewoog zich voor zijn werk 'A sudden gust of wind" precies in tegenovergestelde richting. Wall liet zich in 1993 voor deze geënsceneerde foto inspireren door het werk van de 19e eeuwse Japanse houtsnedekunstenaar Hokusai.
Yejiri Station, Province of Suruga, Katsushika Hokusai, ca. 1832
A Sudden Gust of Wind (after Hokusai), Jeff Wall, 1993
Yejiri Station uit de titel van het werk van Hokusai was een postlocatie. Dat laatste verklaart wellicht de bijzondere compositorische rol van de vellen papier die door een harde windstoot worden ontrukt aan de handen van de vrouw links in de voorstelling. Het stormachtige karakter van de voorstelling wordt voorts benadrukt door de wandelaars die hun hoofddeksels vasthouden, de gebogen houding tegen de wind in en de doorbuigende takken van de twee bomen.
Wall liet zich door dit werk inspireren. We zien een aantal overeenkomsten met het werk van Hokusai:
de bomen links in de voorstelling, vier figuren op de voorgrond, de diagonaal door het beeld bewegende papiervellen met als oorsprong de figuur links op de voorgrond. De houding van de figuren en hun verwaaiende kleding vormen nóg een overeenkomst. Verder speelt dit zich ook af in een min of meer landelijke situatie. Voor de rest gaat elke vergelijking die kan verwijzen naar blinde kopieerdrift mank.
Wall heeft de voorstelling van Hokusai niet willen namaken. De ziel van het werk heeft hem aangezet tot het maken van een nieuw werk.
Zijn foto is geënsceneerd in de geest van het werk van de Japanner, maar Wall tilt, door de door hem gemaakte keuzes, het werk naar een ander plan. Niet in het minst door het feit dat hij zich maandenlang met afzonderlijk gemaakte foto's en montage- en collagetechniek voorbereidde op het door hem nagestreefde eindresultaat. Dat is in het uiteindelijke werk niet zichtbaar.
Wie ooit het werk van Hokusai zag en, argeloos, geconfronteerd wordt met de foto van Wall zal gewaar kunnen worden dat de foto een geestelijk 'mechanisme' in werking zet dat een appèl doet aan in ons geheugen opgeslagen beelden. De voorstellingen van Hokusai vormen door hun samenhangend beeldidioom een kunsthistorisch oerbeeld. Dat is waar Wall mijns inziens aan appelleert, ondertussen toch een volledig autonoom werk creërend.
Los van de vraag of Tuymans al dan niet plagiaat heeft gepleegd toont zich hierin het verschil tussen het beeldend handelen van Wall en Tuymans. Jeff Wall verheft in een autonoom werk het werk van Hokusai en Tuymans, met in zijn kielzog zijn galeriehouder, degradeert het werk van Van Giel.
© Vincent van Woerkom
Wall liet zich door dit werk inspireren. We zien een aantal overeenkomsten met het werk van Hokusai:
de bomen links in de voorstelling, vier figuren op de voorgrond, de diagonaal door het beeld bewegende papiervellen met als oorsprong de figuur links op de voorgrond. De houding van de figuren en hun verwaaiende kleding vormen nóg een overeenkomst. Verder speelt dit zich ook af in een min of meer landelijke situatie. Voor de rest gaat elke vergelijking die kan verwijzen naar blinde kopieerdrift mank.
Wall heeft de voorstelling van Hokusai niet willen namaken. De ziel van het werk heeft hem aangezet tot het maken van een nieuw werk.
Zijn foto is geënsceneerd in de geest van het werk van de Japanner, maar Wall tilt, door de door hem gemaakte keuzes, het werk naar een ander plan. Niet in het minst door het feit dat hij zich maandenlang met afzonderlijk gemaakte foto's en montage- en collagetechniek voorbereidde op het door hem nagestreefde eindresultaat. Dat is in het uiteindelijke werk niet zichtbaar.
Wie ooit het werk van Hokusai zag en, argeloos, geconfronteerd wordt met de foto van Wall zal gewaar kunnen worden dat de foto een geestelijk 'mechanisme' in werking zet dat een appèl doet aan in ons geheugen opgeslagen beelden. De voorstellingen van Hokusai vormen door hun samenhangend beeldidioom een kunsthistorisch oerbeeld. Dat is waar Wall mijns inziens aan appelleert, ondertussen toch een volledig autonoom werk creërend.
Los van de vraag of Tuymans al dan niet plagiaat heeft gepleegd toont zich hierin het verschil tussen het beeldend handelen van Wall en Tuymans. Jeff Wall verheft in een autonoom werk het werk van Hokusai en Tuymans, met in zijn kielzog zijn galeriehouder, degradeert het werk van Van Giel.
© Vincent van Woerkom